***Spoileralert: deze toelichtingen bevatte extra informatie. Lees dus eerst het hoofdstuk in Buat!***
De Guiche beschrijft in hoofdstuk 21 het extravagante kostuum dat De Witt zich aanmat toen hij meevoer met de vloot. In de zeventiende eeuw was kleding – meer nog dan tegenwoordig – een uitdrukking van iemands status. Niet alleen moest je voldoen aan de laatste modes, ook was het van belang dat je je aan allerlei (ongeschreven) regels hield. Wanneer droeg je een hoed? Moesten je knopen van goud of zilver zijn? Welke attributen waren toegestaan? Waarschijnlijk hadden de Staten van Holland (of een commissie die toezicht hield op de vloot, zeer goed mogelijk onder leiding van raadpensionaris De Witt zelf) beschreven hoe de kledij van de officieren eruit moest zien. Alles was bepaald. De plek aan tafel, het aantal gasten, de slaapplek, en ook de kleding: De Witt heeft zich met al dat soort zaken bezig gehouden, omdat hij de onderlinge wrevel tussen vlagofficieren tot een minimum wilde beperken. In het verleden was die wedijver meermaals oorzaak geweest van een haperende vloot en had het ons zelfs een nederlaag bezorgd.
Johan de Witt liet zich in de ogen van buitenstaanders een extravagant kostuum aanmeten om zijn status te onderschrijven. Hoe het kostuum van De Witt er exact uit heeft gezien heb ik niet kunnen vinden. Ik heb in de correspondentie van De Witt gezocht in de hoop er een aantekening over te vinden. Helaas is me dat in de meer dan 40.000 bewaard gebleven papieren niet gelukt, al sluit ik niet uit dat er nog wel iets te vinden zal zijn.
In de oorspronkelijke memoires schrijft graaf De Guiche (Memoires, p. 82):[1]
Ik vermoed dat een Braudrier en Broderie een met goudborduursel behangen bandelier zal zijn geweest. Een epée is een sabel. Die symboliseerde de hoge status van de drager ervan. Sabels waren toegestaan bij functies waar het de hogergeplaatste moest oordelen over lager geschikten. Er kan dan met het zwaard snel knopen worden doorgehakt of zelfs worden gestraft. Tegenwoordig mogen rechters nog steeds sabels dragen als zij in het officiële kostuum naar gala’s gaan.
Historicus en De Guiche-vertaler Ad van der Zee beschrijft het stuk als volgt:[2]
De Guiche is niet de enige bron voor het bestaan van het vreemde pak. Ook de grote Christiaan Huygens stipt het aan in een brief aan zijn broer Lodewijk:
Ik weet niet of je al vernomen hebt over de bijzonderheden van de uitrusting van De Witt, namelijk zijn kostuum, dat helemaal bedekt is met gouden en zilveren kant, zodat je de stof nauwelijks kunt zien. Dit gaat van het ene uiterste naar het andere, want je weet hoe hij zich altijd kleedt.[3]
Het is allemaal nogal komisch en ik vind het weinig bij de soberheid van De Witt passen. Daarom heb ik bedacht dat het een geschenk was van Wendela die daarmee haar liefde voor haar echtgenoot tot uitdrukking wilde brengen en dat dát de reden was voor Johan om het te dragen. Ik weet niet of het klopt, maar ik vind het een aantrekkelijker idee dan dat Johan mee zou doen met potsierlijke verkleedpartijen ten tijde van oorlog. Al sluit ik dat niet helemaal uit.
Jean-Marc van Tol,
30-04-2024
Ga naar > hoofdstuk 22
[1] https://www.google.be/books/edition/Memoires_du_comte_de_Guiche_concernant_l/vBFcAAAAcAAJ?hl=nl&gbpv=1&dq=memoires+de+Guiche&printsec=frontcover p.
[2] https://advanderzee.nl/wp-content/uploads/2013/04/herinnering-aan-holland-1.pdf, p. 56
[3] file:///C:/Users/JM/Downloads/huyg003oeuv05_01.pdf brief nr 1441