***DISCLAIMER: deze toelichtingen op de hoofdstukken van Buat bevatten spoilers.***
Vandaag was ik met de mensen van de De Witt-groep in het depot van het Dordrechts Museum. We kregen toffe dingen te zien die mogelijk geëxposeerd zullen worden op de grote Johan de Witt-tentoonstelling in september 2025.
Curator Marianne Eekhout toonde onder andere een ding dat ze een ‘signet’ noemde. Ik spitste meteen mijn oren! In de vorige blog had ik het toevallig over een ‘signet’. Ik noemde het daar een ‘zegelring’ (een van de definities in het WNT), maar in dit geval is het beter om te spreken van een 'zegelstempel’. Dit is hoe het signet eruit ziet: het is een (zilveren?) doosje waarin je een stempel met de afbeelding van het wapen van De Witt kunt bewaren.
Het wapen van De Witt staat er in spiegelbeeld op. Zie hier wat Luc Panhuysen erover schijft in De Ware Vrijheid (p. 14):
Luc Panhuysen, De Ware Vrijheid, p. 14
Hoewel het niet zeker is of dit signet hetzelfde signet is dat De Witt gebruikte om de lakzegels op de brieven van zijn wapen te voorzien, is het goed voorstelbaar dat hij liever zo’n bekoorlijk doosje gebruikte dan een protserige zegelring.
Ik vroeg aan Marianne Eekhout hoe ze bij het woord ‘signet’ kwam. Ze zei dat het zo altijd werd genoemd sinds ze het in bezit hadden gekregen. Het voorwerp kwam uit de bezittingen van de familie De Witt Beijerman. Laat dat nou toevallig het archief zijn waarin zich ook de brief bevindt die in hoofdstuk 16 is gebruikt!
Hieronder de oorspronkelijke brief. In de vorige blog had ik alleen de transcriptie uit de gedrukte versie laten zien.
Op het omslag staat: ‘Mevrouwe Wendela Bickers, huysvrouwe van de Heer Johan de Witt, Raetpensionaris van Hollandt en Westvrieslandt’.
Als je inzoomt op het zegel, zie je dat Johan de Witt inderdaad zijn ‘signet’ met het wapen van de De Witten niet bij zich had.
Jean-Marc van Tol,
28-03-’24
Ga naar > hoofdstuk 17