***DISCLAIMER: deze toelichtingen op de hoofdstukken van Buat bevatten spoilers.***
Drie vaarroutes vanaf Texel.
In zijn memoires schampert graaf De Guiche over de zichzelf op de borst kloppende raadpensionaris De Witt, nadat hij als medegedeputeerde op de vloot het bevel gegeven had om de schepen uit te laten zeilen, ondanks tegenwerpingen van de loodsen. De Witt had zelf de diepten in het Landsdiep en de Slenk gepeild en was tot de conclusie gekomen dat de uitvaart mogelijk was. De Guiche meesmuilt om de ‘zeemanskunsten’ van De Witt.
De Witt heeft zeker drie keer tijdens zijn verblijf bij de vloot de diepten met een peillood gepeild.[1] In mei en in augustus 1665 bij Texel en in het daaropvolgende jaar in de monding van de Theems. Ook Willem Bilderdijk liet zich laatdunkend uit over deze daden van De Witt. Hij omschrijft De Witt als de onnozelste landrot aller tijden.[2] Hierover schrijft J.J. Kloek in 1991[3]:
Opgemerkt mag nog worden dat Bilderdijks zeilkundige uiteenzetting in beginsel meer ter zake zou zijn geweest indien ze betrekking had gehad op een gebeurtenis die enkele maanden eerder plaatsvond maar niet door Wagenaar wordt vermeld: de voorafgaande uitvaart van de oorlogsvloot, in mei. Ook toen had De Witt zich naar de vloot laten afvaardigen om alle touwtjes in handen te houden en ook in mei verrichtte hij peilingen, maar die beperkten zich tot een precieser traceren van de diepte en het verloop van de geulen in het Lands Diep en de Slenk. Op grond van deze eigen metingen durfde De Witt op 23 mei bevel tot uitzeilen te geven ofschoon de loodsen gezien de windrichting de eerder geciteerde ‘swaermoedige voorstellingen’ ten beste gaven. Ook deze riskante onderneming liep goed af.
Het peilen van de diepten, maar ook het berekenen van de koers bij alle windrichtingen én het inschatten van de tijd die gemoeid was bij het uitreden van de vloot was een kolfje naar Johans hand. Hij schrijft aan zijn neef Nicolas Vivien:
‘Wij hadden het besluit niet met zoveel zekerheid durven nemen, als we niet eigenhandig de diepte van het Landsdiep uiterst precies hadden gepeild en de loop van de diepten niet exact geobserveerd hadden. Hierdoor konden we met zekerheid concluderen dat, mits er geen buitengewone tegenslag of pech zou zijn, het besluit met geen of zeer weinig risico genomen kon worden.’
(Brief van Johan de Witt aan Nicolas Vivien, 27 mei 1665, Fruin III, p. 57 e.v.)
Zijn nauwkeurigheid en wiskundig inzicht verschaften raadpensionaris De Witt de kennis om de loodslui te weerstaan en met volle overtuiging het bevel te geven om de vloot uit te laten varen. Zijn grootste triomf is dat de loodsen er niets tegenin konden brengen en zijn bevel ten uitvoer brachten.
Jean-Marc van Tol,
01-02-2024.
Naar > hoofdstuk 12
[1] https://hydrografiewaterbouwkunde.weebly.com/dieplood.html
[2] https://www.dbnl.org/tekst/_bil002199101_01/_bil002199101_01_0002.php
[3] https://www.dbnl.org/tekst/_bil002199101_01/_bil002199101_01_0002.php